Trip langs Vincent’s pareltjes in West-Brabant
Vissers zitten loom achterover geleund aan de oever van de Mark te turen naar hun dobber. Suppers peddelen geruisloos over het slingerende beekje. In de weide zie ik een witte koe grazen net naast een verliefd stelletje op een picknickkleed. Even verderop tellen kinderen het aantal gevangen kikkervisjes in hun netje. Uitgelaten tieners springen joelend van de brug bij het Suikerpad. Het is een prachtige lenteavond. Na weken afwezigheid laat de zon zich eindelijk weer zien. Ik voel blijdschap in de lucht hangen. Het is alsof ik droom. Hier, op deze prachtige plek in Noord-Brabant, het Markdal bij Breda, kan ik me alles voorstellen bij Vincent van Gogh’s uitspraak:
“Ik droom mijn schilderij en schilder mijn droom.”
Het Markdal is de finish van mijn dagtoer langs Vincent van Gogh-natuur en -landschappen in de omgeving en ten zuiden van Breda. Nadat Vincent zich begin 1881 bij zijn ouders in Etten vestigde, liet hij zich inspireren door de landelijke omgeving en de ploegende boerenbevolking van dit stukje Brabant. Zou hij nu leven had hij vast inspiratie gekregen door de recreërende en blije mensen die ik hier nu zie.
De tijden en de bezigheden van de mens zijn weliswaar veranderd maar de landschappen zijn voor een groot deel nog hetzelfde gebleven of er wordt hard gewerkt om deze juist weer in ere te herstellen en te versterken. Het landschap wordt gekenmerkt door bossen, heidevelden, vennen, beekdalen, polders en zandverstuivingen en is rijk aan authentieke dorpen, levendige pleintjes, boerderijtjes, landgoederen, slingerende beken, knotwilgen- en populierenlanen. Ik ga dit alles aan den lijve ontdekken tijdens mijn trip langs Vincent’s pareltjes in West-Brabant.
Landgoed Pannenhoef
Natuurgebied en landgoed de Pannenhoef bij Zundert, de geboorteplaats van Vincent, is groot: maar liefst 706 hectare! Tussen 1400 en 1750 was het veengebied. Het gedroogde veen, turf, werd via turfvaarten naar de steden getransporteerd om als brandstof voor huishoudens en brouwerijen te dienen. Daarna werd het bos- en landbouwgrond en de laatste 40 jaar veranderde Het Brabants Landschap dit gebied in een mooi gemengd bos met 11 vennen.
Ik begin mijn dag met Vincent als mijn ‘gids’ bij het Padvindersven. In de jaren ’30 een plek waar padvinders (‘bleekneusjes’ uit de Randstad) die hier op zomerkamp kwamen om aan te sterken, zich verfristen met het water uit de waterput. Vincent kwam in zijn jeugdjaren vaak in dit gebied om te tekenen. Op een stenen bankje dat uitkijkt over het ven is dan ook een fragment uit een brief van Vincent gegraveerd:
“Zie, er zijn sommige ogenblikken in het leven dat alles, ook binnen in ons, vrede en stemming is en het gansche leven ons voorkomt als een weg door de hei te zijn, maar dat is niet altijd zoo.”
Na een kort autoritje buitenom wandel ik vanaf de zuidkant van de Pannenhoef door een mooie brede bomenlaan langs een bos met een bed van varens aan de voeten richting de Zwarte Schuur en het fotogenieke voormalig bakhuisje. De natuur ziet er hier anders uit dan rondom het Padvindersven: dichter begroeid. Groener ook. Ik luister naar de ruisende bladeren aan de hoge bomen en geniet van de kloddertjes paars van de rododendrons langs het pad. Veel (elektrische) fietsers passeren mij en roepen “mooi is het hier he?”, als ze me op mijn knieën met mijn camera in de weer zien om de steeltjes van mos te fotograferen. Dat kan ik alleen maar beamen.
Landgoed De Oude Buisse Heide
Verrassende idyllische weelde. Dat zijn de woorden die in mij opkomen bij mijn bezoek aan de nabijgelegen Oude Buisse Heide. De term heide vind ik wat verwarrend want in het deel dat ik hiervan bezoek is geen heide te bekennen. Ik zie wel reusachtige beuken met knoesten uit het begin van de 19e eeuw, landelijke hekjes, graanvelden en lommerrijke paadjes die leiden naar drie thee- en jachtkoepeltjes. Vincent van Gogh haalde hier veel inspiratie vandaan. Andere kunstenaars, het echtpaar Roland Holst waar de Van Gogh’s contact mee hadden omdat zij net als de familie van Gogh protestants waren, waren ook aan dit landgoed verbonden. Dit echtpaar maakte er aan het begin van de twintigste eeuw een artistieke buitenplaats van en ontvingen gasten uit de wereld van de politiek, kunst en literatuur. Langs hun buitenhuis van weleer, de Angorahoeve, wandel ik naar het unieke karakteristieke atelierhuisje, dat ontworpen is door Nederlands eerste vrouwelijke architect Staal - Kropholler. Een genot voor het oog.
“Ik heb natuur en kunst en poëzie. Als dat niet genoeg is, wat is dan genoeg?”
Etten-Leur
Net buiten het dorp Etten-Leur vind ik op de kruising van de Hillekenseweg en de Lage Donk rijen knotwilgen aan de Laaksche Vaart. Hét knotwilgenlaantje bij het oude station van Etten-Leur, dat Vincent op het doek vereeuwigde, mag dan niet meer bestaan, dit stukje natuur in de buurt mag er ook zijn. De textuur van de blootliggende stammen van de geknotte wilgen roepen meteen associaties met zijn werk op. Vincent maakte tal van schilderijen, schetsen en aquarellen met de robuuste grillige knotwilg in de hoofdrol. Ook de boeren die in deze contreien op de velden werkten waren een geliefd onderwerp. Net als het gemaaide koren dat langs het fietspad ligt te drogen in de zon en hem in zijn Franse periode zo bekoorde dat hij het veel schilderde. Dit plekje ademt Vincent van Gogh.
Princenhage
De vader van Vincent preekte wel eens in de Johanneskerk in het Bredase Princenhage. En Vincent’s peetoom ‘oom Cent’, een vermogend kunsthandelaar, woonde in deze wijk. Vincent kwam vaak bij hem op bezoek. Alhoewel de Van Goghs protestants waren kwam schilder Vincent ook nogal eens in de Roomse Martinus kerk, tegenover de Johanneskerk gelegen. Daar vond hij het avondlicht zo mooi door de ramen schijnen, op de vrouwen met de witte kappen en de mannen met de donkere petten.
Genoeg aanknopingspunten om als leuke afwisseling op mijn verder door natuur gedomineerde tocht een bezoekje te brengen aan Princenhage. Wanneer ik twee bejaarde heren die op het terras aan de Aogse Markt zitten te genieten vraag waar ik het huis (Villa Mertersem) van oom Cent kan vinden, nemen ze nog een slokje van hun potje bier en kijken elkaar met het schuim op de lippen vragend aan. Ze weten dat hij hier woonde en dat Vincent van Gogh zo een connectie heeft met hun vertrouwde buurtje, maar ze twijfelen over de locatie. Niet alleen voor mij maar zelfs voor de inwoners van Princenhage valt er dus nog veel te ontdekken over die connectie. Met de hulp van andere stamgasten en een beetje hulp van Google vind ik het huis. Het is nu een kantoor. Ik slenter verder door de straten van Princenhage. Het blijkt een gezellige wijk te zijn met statige huizen, mooie gevels, leuke horecagelegenheden en winkeltjes. Het voelt als een dorp in de stad.
“Gisteren avond was ik nog bij Oom Vincent om hem te vertellen ik dadelijk naar Dordt was geweest, het was een stormachtigen avond, gij kunt U denken hoe mooi die weg naar Prinsenhage was met de donkere wolken met hun zilveren randen. Ik ging ook nog even in de Roomsche kerk waar avonddienst was, het was een mooi gezicht, al die boeren en de boerinnen met hun zwarte kleeren en witte mutsen, en de kerk zag er zoo vriendelijk uit bij het avondlicht.”
Het Markdal
De Vincent-spot die mij het meest bekoort van dit mooie rijtje is het Markdal. Hier je dag eindigen omringd door rozerode zuring die door de laagstaande zon wordt opgelicht is een geweldige traktatie. In de langgerekte schaduwen van de wilgen en elzen heb ik zicht op de uitgestrekte drassige weilanden en de statige Villa Valkrust aan de overzijde van de Mark. Ik geniet van overvliegende ganzen en van een dobberende familie zwaan waarvan de papa keer op keer de eerdergenoemde ganzen met veel gevoel voor drama wegjaagt om zijn kroost te beschermen. Kikkers kwaken in de poeltjes. Zwart-blauwe libellen vliegen boven de veldbloemen. In het ooievaarsnest bovenop de schoorsteen van het Natuurmonumenten gebouw is het etenstijd voor de jonge ooievaars. Hoeveel gevarieerd natuurschoon op 1 plek kun je hebben? Hier moet het ook heel mooi zijn in de vroege ochtend, bij zonsopkomst en mist. Ik weet wat me te doen staat in de herfst.
Wanneer ik over het wandelpad, dat de stroom van de Mark volgt, terugloop naar mijn auto die bij kasteel Bouvigne staat, zwaai ik nog even naar de kerktorens van Ulvenhout en Ginniken die staan te stralen in de pastelkleurige avondgloed. Het was een inspirerende dag. Vincent van Gogh, bedankt voor deze mooie toer langs West-Brabantse landschappen!
PS. In het najaar genoot ik van Vincent van Gogh spots en landschappen in de omgeving van Eindhoven en Nuenen. Lees mijn blog daarover hier.
Simone Wittgen vertelt verhalen in woord en beeld over plekken waar ze zich verbonden mee voelt. Haar focus: zogenaamde ‘calmspots’ aan zee, in de stad en in de natuur ‘om de hoek’. Haar missie: laten zien hoe mooi de wereld en ons eigen land is, want er valt nog zoveel te ontdekken. Met haar man, twee tienerzonen en hond woont zij in Waalre, Noord-Brabant. In 2020 werd ze door Columbus reismagazine uitgeroepen tot “Travelinfluencer of the Year” en in 2021 won ze de Aad Struijs persprijs. Simone is ambassadeur van Brabant voor @hier_moet je zijn. Volg haar avonturen via @simone_wit.