Carousel, gebruik pijltjestoetsen om te navigeren.
Hier in het Brabantse dorp Eersel, zo’n tweehonderd jaar geleden, hadden de mensen niet veel geld. Toch waren ze gelukkig en content. Op één man na. Hij was alleen. Zonder vrouw, kinderen en vrienden. Dat was niet zo gek ook. Want deze man had maar één droom: rijk worden…
Het is hartje winter, het regent hard en het is steenkoud. Toch trekt een man uit Eersel ero…
Hier in het Brabantse dorp Eersel, zo’n tweehonderd jaar geleden, hadden de mensen niet veel geld. Toch waren ze gelukkig en content. Op één man na. Hij was alleen. Zonder vrouw, kinderen en vrienden. Dat was niet zo gek ook. Want deze man had maar één droom: rijk worden…
Het is hartje winter, het regent hard en het is steenkoud. Toch trekt een man uit Eersel erop uit. Hij is niet de enige. Ploeterend over de drassige Cartierheide (IV) komt de Eerselnaar een zwalkende, dronken wever tegen. De vakman heeft in Vlaanderen zijn weefwerk op de markt verkocht en is op weg naar huis. Aan zijn riem bungelt een leren zakje met zijn verdienste van vandaag. De Eerselnaar ziet zijn kans schoon. Hij berooft de arme wever en laat hem bewusteloos achter op de hei, om te sterven van de kou. En dat voor slechts één zilverstuk.
Wat valt dat tegen! Eén zilverstuk. De Eerselnaar leert: “Van een kale kip valt niet te plukken”. Daarom bedenkt hij een nieuwe strategie om rijk te worden. “Ik word landmeester.” Zo gezegd, zo gedaan. De man wordt meester van een groot landgoed. In die nieuwe functie smokkelt hij met de meting van het land in de omgeving van Eersel. Meer land voor de inwoners van het dorp Weebosch, ten koste van het land van de inwoners van het buurtschap Boksheide. In ruil hiervoor int hij zeven zilverstukken.
De inwoners van Boksheide vertrouwen de meting en hun nieuwe landmeester niet. “Zweer ons dat je niet liegt”, eisen ze. De Eerselnaar stopt stiekem wat grond van Weebosch in zijn klompen en zweert: “Zowaar als de schepper van boven ons, sta ik hier op de grond van Weebosch”. Niet gelogen, maar wel bedrogen.
“De duivel schijt altijd op de grootste hoop”, zeggen ze in Brabant. Oftewel: “Iemand die al rijk is, krijgt er dikwijls nog meer geld bij.” Zo ook in dit geval. Slechts een paar weken na zijn bedrog, vindt de Eerselnaar iets op zijn land: een kist vol goudstukken! Hij kan zijn geluk niet op.
Twee dagen later treft de Eerselnaar op zijn land een wanhopige pelgrim aan. Op zoek naar zijn kist. De pelgrim is in tranen. “Mijn vrouw en kinderen lijden aan de Rode Loop. Daarom ben ik op weg naar Sint Lucia (VI), de beschermheilige die al meerdere mensen heeft genezen. Als gift nam ik een kist vol goud mee, maar verloor deze. Vertel me, beste man, alstublieft, dat u deze kist gevonden heeft.”
De smeekbede laat de Eerselnaar koud. Hij ontkent en bezweert opnieuw zijn onschuld: “Als ik de kist heb, dan zal ik hier in vuur en vlam ronddwalen.” De pelgrim vertrekt. Zonder kist. Zonder hoop. En de Eerselnaar? Die is rijk. Zo rijk dat hij nóg een stuk land koopt.
Midden in de nacht wandelt hij zijn landgoed op. Daar verplaatst hij, in het diepste geheim, de heimelijke palen die zijn landgoed afbakenen (VII). Hij fluistert zacht maar onafgebroken: “Mijn land, mijn land, mijn land.” Als men goed luistert, kan men dit vandaag de dag nog steeds horen. En dan is zijn landgoed immens geworden. Iedereen moet dat weten! Daarom bouwt hij midden op de markt van Eersel een gigantisch kasteel (IX). “Nu kan iedereen eindelijk zien hoe rijk ik ben!”
Zodra het kasteel af is, klopt er een mysterieuze pelgrim aan. “Ik lijd aan Rode Loop en gloei van de koorts. Mag ik alsjeblieft een slokje water?” De Eerselnaar weigert zelfs dit simpele verzoek en gooit de pelgrim woest uit zijn kasteel. Wolken trekken samen. Er klinkt donder en bliksem. En plotseling vliegt het kasteel in brand. Het is de vloek van de pelgrim, die al eerder bedrogen was.
Alles wat de Eerselnaar bezit, brandt af. Enkel de waterpomp op de markt blijft fier overeind staan (IX). En de zo hebberige man wordt gegrepen door de vlammen. Maar hij sterft niet echt. Voor straf moet hij voor altijd blijven ‘gloeien’ (III). Niet dood, niet levend…
Dit verhaal leert de Eerselnaren dat hebzucht niet loont. Sindsdien staan zij bekend als ‘gewoon content’ (VIII). Tot op de dag van vandaag doolt de Gloeiige langs de plekken waar hij zijn misdaden heeft begaan. Durf jij het aan deze plekken een bezoekje te brengen?
Informatie over deze fietsroute
Deze fietsroute is 30 kilometer lang en is uitgezet via de officiële fietsknooppunten. Volg de route van het ene naar het andere genummerde knooppunt. Pijlen wijzen je de weg tussen de knooppunten. De fietsroute start en eindigt bij Natuurpoort TerSpegelt, (Postelseweg 88, Eersel). Daar vind je voldoende parkeergelegenheid en horeca.
Stap eens van de fiets en ontdek...
Maak jouw fietsavontuur compleet en laat je bij diverse Eerselse ondernemers verrassen door speciale producten, acties en arrangementen in het teken van de Gloeiige. Denk aan een lekker biertje met een heerlijke versnapering, een verfrissend ijsje of een uniek aandenken. Kijk voor meer informatie op visiteersel.nl. Hier vind je alle eet- en drinklocaties, overnachtingsadressen én tips voor een fantastisch dagje uit in Eersel en omgeving.
Meldpunt routes
Klopt er iets niet aan de bewegwijzering of de route? Meld dit via het Meldpunt knooppuntroutes Brabant. Je kunt ook bellen naar 0800-4050050 (gratis).
Carousel, gebruik pijltjestoetsen om te navigeren.