Vector: Bevrijdingsgevecht in Hoeven

Op 29 oktober 1944 waren de Timberwolves vanuit het zuiden gevorderd tot ongeveer de huidige Rijksweg 58. Het nabijgelegen St. Willebrord werd die dag bevrijd en het doel van de Timberwolves was om zo snel mogelijk door te trekken naar de rivier de Mark. Om daar te komen, moesten eerst Hoeven en Oudenbosch worden bevrijd. 

De Timberwolves moesten via de Heul om Hoeven te kunnen bereiken. Halverwege de Heul hadden Duitse troepen mobiel geschut opgesteld om de doortocht van de Amerikanen te vertragen. Die 29ste oktober werd vooral de omgeving van de Heul zwaar onder vuur genomen. Bij die beschietingen vielen in totaal acht burgerslachtoffers. Verder vielen er die dag nog twee slachtoffers op het Moleneind toen een granaat insloeg in hun schuilkelder. C. van Meer beschrijft in zijn ooggetuigenverslag hoe het eraan toe ging in een schuilkelder tijdens een beschieting:

“En dan opeens een enorme knal en vallend gesteente en hout. Het huis was getroffen. Een stuk muur aan de voorkant van het huis was weggeslagen en de brokstukken vielen in de huiskamer. En tegen de kelderdeur. En toen brak er paniek uit. Er werd geschreeuwd en gegild. Het huis zou in brand geschoten kunnen worden! Duidelijk hoorbaar viel er puin tegen de kelderdeur en iemand riep dat wij er niet meer uit konden komen als er nog meer granaten in het huis zouden ontploffen. Janus van de Riet riep dat wij eruit moesten. Hij had op zijn land achter de boerderij een schuilkelder gemaakt en volgens hem konden wij beter daarnaartoe rennen. De deur van de kelder werd opengedaan en in volledige verwarring renden wij door de keuken naar buiten. In een flits zag ik nog dat stukken steen en kalk in de pan met pudding waren gevallen. Waar je op zo’n moment toch op let!”

Niet alleen Duitse troepen zorgden voor burgerslachtoffers; Martinus de Rooij werd door de Amerikanen doodgeschoten omdat men dacht dat hij een achtergebleven Duitse soldaat was.

Er waren geen militaire slachtoffers en de materiële schade bleef beperkt tot de door de Duitse troepen opgeblazen toren van de oude kerk en de in brand geschoten pastorie van de nieuwe kerk. Enkele woningen werden zwaar beschadigd.