Tijdens de veldslag in dit gebied in oktober 1944, halen Duitse soldaten drie Nederlandse mannen uit een schuilkelder op verdenking van steun aan de ondergrondse. Een van hen is Felix Roelen. Hij wordt samen met zijn buurman Toon Oomen en onderduiker Willy van den Corput uit de schuilkelder gehaald en na een korte ondervraging meegenomen. Ze worden zonder pardon gefusilleerd in de Alphense Bossen. Felix wordt in zijn hals getroffen maar overleeft het wonderbaarlijk genoeg.