Kastelen. De ontwikkeling van de kastelenbouw in Noord-Brabant wijkt niet echt af met die van de omringende gebieden
De bouwhistorie
start in de 11e eeuw met het wijdverbreide type van de motte-burcht. Een kunstmatige heuvelburcht met een houten of stenen opbouw. In de middeleeuwen ontwikkelen die zich tot ronde en vierkante waterburchten voor de hogere adel, terwijl tegelijk de eenvoudige woontoren in trek blijft voor de lage adel. De ontwikkeling van het geschut wordt de doodsteek voor deburchten als locaties die bescherming bieden. Wat blijft zijn de omgrachte slotjes en behuizingen die vooral van status getuigen. In hoeverre is dit alles ook van toepassing op kastelen die we aantreffen in het stroomgebied van de Aa?
Bas Aarts (1947)
Dat wordt verteld door hi…
Kastelen. De ontwikkeling van de kastelenbouw in Noord-Brabant wijkt niet echt af met die van de omringende gebieden
De bouwhistorie
start in de 11e eeuw met het wijdverbreide type van de motte-burcht. Een kunstmatige heuvelburcht met een houten of stenen opbouw. In de middeleeuwen ontwikkelen die zich tot ronde en vierkante waterburchten voor de hogere adel, terwijl tegelijk de eenvoudige woontoren in trek blijft voor de lage adel. De ontwikkeling van het geschut wordt de doodsteek voor deburchten als locaties die bescherming bieden. Wat blijft zijn de omgrachte slotjes en behuizingen die vooral van status getuigen. In hoeverre is dit alles ook van toepassing op kastelen die we aantreffen in het stroomgebied van de Aa?
Bas Aarts (1947)
Dat wordt verteld door historicus Bas Aarts (1947). Hij studeerde geschiedenis aan de Katholieke Leergangen in Tilburg en aan de KU Nijmegen. In zijn werkzame leven was hij verbonden aan het Bisschop Bekkerscollege. Bas Aarts publiceerde veelvuldig over regionaal historische en castellogische onderwerpen. Hij is voorzitter van de Vereniging Vrienden van de Brabantse Kastelen en redacteur van het blad Het Brabantse Kasteel.
4 lezingenen en een excursie in het kader van de Beekdalontwikkeling Aa-Zuid
Na een noodgedwongen pas op de plaats gedurende twee seizoenen is het de erfgoedinstellingen van de gemeenten Deurne-Asten-Someren en het RHCe een genoegen om voor het winterseizoen 2022/2023 een nieuwe gezamenlijke lezingencyclus te organiseren. Als rode draad is gekozen voor het ambitieuze duurzaamheidsproject Beekdalontwikkeling Aa-Zuid, dat dit jaar in opdracht van Waterschap Aa en Maas wordt uitgevoerd in samenwerking met de aanliggende gemeenten. In dit project mag de Aa tussen Asten en Someren weer gaan meanderen en worden met het oog op de klimaatverandering maatregelen getroffen om het regenwater langer in het gebied te houden. De werkzaamheden strekken zich ook uit tot de Beekerloop in Asten-Oost en de Kleine Aa in Someren. Rondom dit project gaan wij ons verdiepen in de betekenis van de Aa door de eeuwen heen. Voor de lezingencyclus kozen wij de titel: 'Langhs de A oevers'.
Excursie
Zoals gebruikelijk staat ook de excursie - dit jaar met eigen vervoer naar ‘de Kilsdonkse Molen’ in Heeswijk-Dinther - in het teken van de cyclus.
De sprekers komend seizoen zijn
Ruud van Nooijen, Theo de Jong, Diana Daelmans en Bas Aarts. Wees Welkom!
